IMG_0901-0.JPG

Terug naar Canada

Na een lange reis kwam ik dus aan in Windsor, bij mijn AirBnB. Surinamer Edward heeft daar zijn kelder omgetoverd in een soort hotelkamer. Edward werkt vanuit huis als databasemanager. Hij sprak geen Nederlands meer zei hij, maar had het vroeger wel gesproken.

De reden dat ik voor deze AirBnB gekozen heb, is de bereikbaarheid van Detroit vanuit daar en het feit dat deze AirBnB zeer uitstekende recensies had en precies binnen mijn tijdsframe had hij plek. Het was inderdaad heel goed, en voor maar 15 euro per nacht. Heel schoon, best wel privé aangezien Edward vooral op de bovenste verdieping was en comfortabel.

Die zaterdag heb ik een dagje Windsor gedaan. Het contrast met Detroit is groot: Windsor is multicultureel, maar overheersend blank en Aziatisch. Veel kleinere stad ook natuurlijk. Ik heb rondgelopen in het park dat zich kilometerslang uitstrekt langs de rivier. Mooi park met sculpturen, al waren de meeste niet heel bijzonder. En bovendien uitzicht op de skyline van Detroit, overigens niet een echt mooie skyline. Ik ben nog naar het (gratis) kunstmuseum gegaan. De tijdelijke expositie daar was zeker de moeite waard van een Canadese schilder die diverse gebouwtjes uit zijn omgeving op het doek zet.
Verder was er een soort kinderfestijn gaande in het centrum, met een kleine kermis en vooral heel veel enorme met lucht gevulde karakters van Sesamstraat, kinderfilms, en dergelijke. Veel families met jonge kinderen dus.

De volgende dag ben ik naar Detroit gegaan, wat toch wel meer tijd kostte dan ik had gehoopt. De VCV-stempel van de Amerikaanse douane Vancouver (inderdaad, bij vertrek, niet bij aankomst) zorgde voor wat verwarring/argwaan en ook het feit dat ik ging lopen naar het Detroit Institute of Arts vond de douanière gek. Zo gek bleek het achteraf niet, het was goed te belopen en bovendien was de hoofdstraat een zooitje met allerlei wegwerkzaamheden en was de bus dus niet zo handig. Er was een honkbalwedstrijd die middag, wat er voor zorgde dat er heel veel mensen in het centrum rondliepen.
Detroit Institute of Arts was zeker interessant en werd online ook het meest aanbevolen om te bezoeken. Er waren wat schilderijen van de Gouden Eeuw te zien, een aparte expositie. Daarnaast was met name de Rivièra Court met muurschilderingen van werken in de Ford-fabriek door een socialistische Mexicaan was zeer boeiend aangezien er allerlei (anti-)Christelijke en socialistische referenties verstopt zaten in de schilderingen. En natuurlijk leuk om iets gerelateerd aan de autoindustrie gezien te hebben. Helaas was de productielijn van de Ford-fabriek die zondag niet open om te bezoeken, en bovendien is het lastig te bereiken zonder auto. Motown (muziek)museum had ik ook nog wel naartoe gewild, maar daar had ik geen tijd meer voor. Wel heb ik nog een typisch Detroit Coney hotdog geprobeerd bij Detroit Coney Island, een fastfoodrestaurant met obers. Ober Thomas was de vriendelijkste ober die ik heb gezien tot nu toe, wat een held. De hotdog was lekker, maar niet heel bijzonder, vooral ook veel uien.
Die avond was er in het park langs de rivier in Windsor nog een gratis concert gaande, met onder andere de themamuziek van de Pink Panther. Ik had helaas wel een groot deel van het concert gemist, deels door de langzame grenscontrole. Nu deed de Canadese douanier argwanend over mijn reis.

Volgende dag met een Greyhoundbus naar Toronto. Die dinsdag een trip gedaan naar de Niagara Falls met Kings tours, inclusief vervoer en alles. Vooral opgetrokken met de Franse Cynthia en de Duitse Sarah die dag. We hebben ijswijn geproefd (zoet!) wat wereldwijd hoofdzakelijk in deze regio wordt gemaakt. Verder Niagara-on-the-Lake bezocht, een oud stadje met gekke winkeltjes, niet heel uniek verder, maar wel een lekkere sandwich gekocht op aanbevelen van de gids. Verder bij de watervallen zelf de bekende boottocht gedaan en de uitkijktoren beklommen. Dat eerste was zeker geinig om mee te maken, dat tweede was een beetje teleurstellend en gaf niet heel veel meer inzichten: buiten de casino’s, musea en de watervallen zelf is er niet veel te zien in de omgeving. Maar het was een schitterende dag en een leuke uitstap van de steden.
De volgende dag ben ik naar de Steam Whistle brouwerij geweest, rond de milleniumwisseling opgericht door drie mannen die hun baan verloren. Ze willen het Heineken van Canada worden en focussen zich op een enkele pilsner. Ze zitten in een gebouw wat vroeger een station/werkplaats was met weinig in de omgeving. Nu staat de CN-toren er vlakbij met nog wat andere attracties. Het gebouw is overigens afgebroken en opnieuw in elkaar gezet, er zit nu een parkeergarage onder. Dit kon je zien aan de graffiti op de bakstenen, die niet meer klopte. Al met al was het een vrij korte, niet heel bijzondere rondleiding maar voor 6 euro toch een leuk uitstapje inclusief een flesopener als souvenir.
Na vijven ben ik naar de Canadian National Exhibition gegaan. Na vijf uur betaal je namelijk nog maar 1/3 van de prijs, 6 i.p.v. 18 CAD. Moeilijk samen te vatten wat het precies is. Echt Canadees is het niet, meer een soort wereldexpo. Met live shows, een kermis, een casino, allerlei internationale stands, allerlei voedseltentjes, een huisplantencompetitie, zandsculptuurcompetitie, een hal met boerderijdieren, handwerkkraampjes en nog veel meer. Ik heb een Ierse liveshow gezien met dans, zang en tapdansen, een vuurwerkshow aan het einde van de dag, ik heb in een rondslingerende kermisattractie gezeten, ik heb een Braziliaanse mij gezichtszalf proberen laten aansmeren, ik heb een ambitieus project van Bombardier voor nieuwe metro’s in Toronto bekeken en met de mensen gesproken, ik heb veel rondgestruind, ben even om het hoekje wezen kijken bij de casino, enzovoort. Hoogtepunt was zeker ook een patatje met plus een kroket van DutchFrites.ca. De jongen achter de balie was geboren in Amsterdam en sprak nog altijd een beetje Nederlands. Hij gaf me ook nog een gratis warme stroopwafel en stickers. De kroket was vrij gewoon, geen Kwekkeboom. En voor de variatie koos ook voor pittige mayo, er was keuze uit 5 soorten. De vraag of ik een vlees of kipkroket wilde, vond ik wel een beetje apart. Maar de puntzak was behoorlijk authentiek en de patat was heel goed. Niet zoals van de typische snackbar, maar stukken beter dan dat.

De volgende dag had ik geen inspiratie meer voor dingen die ik nog echt heel graag wilde doen, dus ik ben met de twee Franse meiden Jeanne en Camille uit mijn hostelkamer meegegaan naar het Royal Ontario Museum en het BATA Shoe Museum. Die eerste was vrij standaard en miste een leuk verfrissend perspectief zoals de Royal BC Museum dat wel had. Wel mooie collectie dinosaurusbotten, overigens. Die tweede was leuk, maar na een dag serieus museumkijken had ik gehoopt op een iets minder serieus museum, maar het was vrij serieus. Je mocht de toegangsprijs zelf bepalen na vijven op donderdag, dus het was geen geldverspilling, maar ik had op iets meer humor gehoopt in een schoenenmuseum. Overigens was het wel gezellig met zijn drieën die dag en we hebben de dag afgesloten in het Hard Rock Café. Daar liep ook nog een Vlaamse ober rond die mij dingen hoorde zeggen over Vlaams t.o.z. Nederlands en hier uiteraard blijk aan moest geven.

De volgende dag ben ik met een rideshare naar Ottawa gegaan. Meer daarover in een volgend bericht.