20140621-134207-49327902.jpg

“C’est la vie”, say the old folks

Op de laatste ochtend in Asheville ben ik met Katy, een huisgenote van Janna, nog uit eten gegaan voor ontbijt. Daarna ben ik met de auto doorgereden in de richting van Nashville. Het lijkt wel of onverwacht heftige buien een vast onderdeel zijn van de Smoky Mountains, want ook nu ging het weer flink te keer onderweg. Later werd het wel beter.

In de buurt van Knoxville schoot de voor mij rijdende auto een steentje tegen mijn ruit. Het gaf een aardige ster in mijn ruit, niet echt zorgwekkend maar ook niet niks. Gelukkig had ik de goedkoopste autoverzekering gekozen die dit soort schade dekt, maar ik baalde er wel van.

Bij het inleveren van de auto begon de controleur te mokken over wat krasjes op de voorbumper. Voor zover ik weet had ik die niet veroorzaakt, bij het ophalen van de auto was er verder ook niemand meegelopen om de bestaande schade op te nemen, JP had dit sowieso al gek gevonden. Aan de andere kant was al dit soort schade toch gedekt, dus waarom moeilijk doen hierover? Ik was al praktisch weg voordat de controleur het sterretje in de ruit opmerkte. Ik moest ondanks de dekking een schadeformulier invullen. Maar daarmee was de kous ook af.

Zoals ik het vorige bericht al meldde, had ik voor mijn aankomst in Nasheville een AirBnB (online bed and breakfast) geregeld in een buitenwijk van Nasheville in de buurt van Shelby Park, aan de overkant van de rivier. Het is gelegen in een nette buurt met wat restaurants daar en bereikbaar per stadsbus. Host Ashee-Jean organiseert concerten en haar huis lag dan ook vol met allerlei country-curiosa. Van een speelplaatklok tot een country-pop-up-boek en diverse concertposters. Er was ook een andere gast in het huis, hij studeert in Nashville en huurt een aantal maanden een kamer. En er was een hond. Ik deelde de badkamer met de andere gast, verder had ik mijn eigen slaapkamer mét plafondventilator.

De eerste avond ben ik uit eten geweest in een redelijk fancy Italiaans restaurant, vlakbij de AirBnB. Ik verbaas me er af en toe nog steeds over hoe over-de-top de serveersters je hier bedienen, dat is toch wel heel anders dan in Nederland. Ook grappig dat ze standaard vrij grote porties geven, maar achteraf wel aanbieden om de restjes in te pakken: “You wanna box it up, sweetie?” Wat ook nog wel wennen is, is dat BTW lang niet altijd inbegrepen zit in de prijs, en dat een normale fooi zeker 15% is, tot 20% als je heel erg tevreden bent. Daar verkijk je je nog wel eens op. Aan de andere kant is de wisselkoers nu zo’n 75%, dus al zie je dollars aan voor euro’s, dan valt het allemaal wel mee.

Nashville downtown heb ik de volgende dag bekeken, wat het meest toeristische deel is van Nashville. Met name rond Broadway loopt het echt storm qua toeristen, met cowboyhoeden- en -laarzenwinkels, veel live muziek en een hoop winkels. Nasheville is de stad van country, maar niet uitsluitend country, ook verwante muziek kom je tegen. Al met al vond ik het allemaal wel erg gericht op de toeristen en iets te kunstmatig allemaal, zeker rond Broadway. En downtown had mooie stukken, maar lang niet overal. En je maakt toch altijd weer gekke dingen mee, onder andere een onverwachte parade/fanfare door de stad (ook hier was weer een Gay Parade-festival) en de livemuziek was best goed. Ook voetbal kijken in een Engelse pub was leuk, de mensen waren fanatiek en het Spaanse gezin achter mij was verbijsterd.

De volgende dag ging ik met de Greyhound-bus naar Memphis. Er was een minicrisis ontstaan door de autohuur. Gelukkig was ik zo slim om van te voren wat cash in te slaan, zodat ik bij het inleveren van de auto een groot deel van de zo’n 500 euro die dit grapje kostte te kunnen afbetalen. Ik heb namelijk een limiet van 1000 euro op mijn creditcard, en bepaalde dingen kun je eigenlijk alleen met creditcard betalen, met name dingen die je online boekt of überhaupt reserveert. Het gevolg was dat ik door het huren van de auto praktisch door mijn limiet heen was. Het was dus wachten tot Thrifty Car Rental het gereserveerde bedrag zou verlagen met het in cash betaalde bedrag. Zoals te verwachten duurde dit langer dan gewenst, waardoor ik dus gedurende drie à vier dagen praktisch niks kon reserveren. Voor AirBnB’s wordt het volledige bedrag gereserveerd, wat ik dus niet kon opbrengen. Bovendien was ik vrij laat met boeken, waardoor ik niet iets voor een redelijke prijs kon vinden die mij aanvraag ook accepteerden. Ook Couchsurfing liep op niks uit. Dus had ik maar een goedkoop motel geboekt aan de andere kant van de Mississippi, langs de snelweg. Hierbij werd niet het volledige bedrag gereserveerd. Een nadeel: het openbaar vervoer van Memphis is dramatisch geregeld en op sommige routes rijden amper bussen en ze zijn vaak vertraagd. Bovendien lag de Greyhound-terminal vlakbij de luchthaven, buiten de stad. Met de stadsbus richting de stad rijden was dus nog een hele reis. En in de stad aangekomen (later dan gepland) was de laatste bus richting West-Memphis al weg, waar ik naartoe moest. Na navraag voor een taxi in een tankstation bood een vriendelijke Amerikaan (autodealer) aan me af te zetten bij het motel aangezien hij toch de interstate die kant op nam. Dat scheelde een hoop moeite, want West-Memphis in Arkansas is onbereikbaar te voet en ligt op een redelijk grote afstand voor taxi’s.

Het motel zelf was wel in orde. Goeie airco, lekkere douche, Waffle House in de buurt voor eten. Helaas was het zwembad gesloten en moest voor Wifi extra worden bij betaald. En het lag in een beetje rare buurt. Zoals een trucker die ik sprak terecht opmerkte: als er (‘s avonds) beveiliging aanwezig is in een Waffle House, dan is er toch iets mis met de buurt. Ik heb drie nachten overnacht in het motel. De eerste volledig dag ben ik rond het motel gebleven en heb flink gebruik gemaakt van de Wifi voor o.a. Netflix en het plannen van de reis. Ook heb ik wat vocht en calorieën ingeslagen bij de Family Dollar (automatische welkomstboodschap bij binnenkomst “Welcome to Family Dollar”) en het plan voor de volgende dag uitgestippeld aan de hand van het beperkte busschema. Dat betekende de laatste ochtendbus halen om half 8 ‘s ochtends en aan het einde van de middag weer terug.

De volgende dag heb ik dit daadwerkelijk gedaan. Memphis is de stad van blues en kwam iets minder kunstmatig over dan Nashville. Al merkte je toch dat zoiets als Beale St praktisch uitgevonden is om toeristen te lokken. Zoals een local terecht opmerkte, is de stad de afgelopen 25 jaar erg veranderd, wat op zich mooi is met een mooie autoluwe trambaan door het centrum en veel livemuziek in Beale St, maar het feit dat de locals er nauwelijks komen en blanke toeristen Beale St domineren, zegt al genoeg. Maar ik moet zeggen dat de opknapbeurten van de stad wel erg geholpen hebben, met langs de Mississippi een mooi groot stadspark en een mooi verzorgde binnenstad. Deze stad beviel me beter dan Nashville, al was het vrij rustig (die maandag) en was het contrast met het drukke Nashville van die vrijdag wel erg groot.
Het Rock ‘n’ Soul museum was zeker de moeite waard, al werd ook dit gedomineerd door blanke toeristen en was niet heel groot. Maar met het audiotour kon je erg veel goeie blues-, soul- en rock ‘n’ roll-muziek luisteren en besef je je dat hier de roots liggen van erg veel goeie muziek. Onder andere Booker T and the MG’s, Elvis, Johnny Cash en Isaac Hayes hebben hier hun roots. Het museum gaf mooi inzicht in hoe de muziek ontstond, katalyseerde en ging leven (jukeboxes, radiootjes) en ook hoe blank en zwart samenwerkten aan goeie muziek.

De volgende dag ging ik met Megabus naar New Orleans. Greyhound is een beetje KLM, en Megabus is meer RyanAir. Megabus heeft geen fancy aircoterminals. Het stopt gewoon ergens langs een stoep, je hoeft geen tickets op te halen of bagage in te checken. Je stapt gewoon op de bus met het reserveringsnummer. Greyhound heeft luxere stoelen en meer beenruimte, maar kost ook een stuk meer. De Megabus kostte 3 dollar plus 1.50 reserveringskosten en daarmee zat ik in een erg rustige bus gedurende 8 uur, met stopcontacten, WiFi, en airco. Nadeel van beide expressbussen is wel dat ze soms gedurende vrij lange tijd ergens stoppen en ook een beetje omrijden. Maar dat geeft ook tijd om wat te eten of drinken te kopen, een sanitaire stop te houden en een frisse neus te halen.

Aan het einde van de busreis veranderde het landschap enorm. Van heuvelachtig loofbomenlandschap naar moeraslandschap langs het meer, met enorme snelwegconstructies over het water. New Orleans is een platte historische stad, met allerlei invloeden van onder andere de Fransen, Spanjaarden, Creolen, Het staat vol met kleurige traditionele houten “shotgun” (twee-onder-een-kap) huizen en ligt aan het einde van de Mississippi. Verder is hier de oorsprong van jazz, en stikt het van de leuke bars, clubs en eetgelegenheden. Het is mijn favoriete stad tot nu toe, met mooie stadsparken, ongelooflijk veel live muziek en een prettige sfeer. Traditionele trams (“street cars”) sieren het straatbeeld en de Franse invloeden zijn duidelijk zichtbaar, met name rond het Franse Kwartier. De stad stikt van de (straat)muzikanten, (wannabe) kunstenaars, hippie/punk-types, muziekliefhebbers, zweverige types met tarrotkaarten, paard-en-wagens, voodoo-shops, visrestaurants, carnavaltypes, backpackers, high society toeristen, vage rondreizende piraten en aangelijnde honden. De eerste avond heb ik genoten van livemuziek in een openlucht rumbar op Frenchmen St. Die straat ligt op loopafstand van mijn AirBnB, met hosts Amari en Hans, met nog één andere gast en vijf katten.

Ik begon mijn eerste echte dag met WK-voetbal in een lokale bar met een groot aantal lokale bieren op de tap. Het aanwezige publiek was duidelijk voor Nederland en op straat was ik ook een Nederlander tegengekomen in oranje T-shirt die na orkaan Katrina in New Orleans is komen wonen. Daarna ben ik voornamelijk in het Franse Kwartier gebleven. Nog wat goeie jazzmuziek meegepakt ‘s avonds in de Spotted Cat Music Club, ook weer op Frenchmen St. Geweldige vrij knusse jazzclub zonder entreekosten met goeie live bands en met een aantal fanatieke jazzdansers die zeer enthousiast en energiek dansen.

De volgende dag lekker uitgeslapen en vervolgens New Orleaanse “pralines” gekocht. Die vond ik overigens niet zo verbluffend, het zijn feitelijk gewoon traditionele suikerbommen met een smaakje. Daarna voor 3 dollar een dagkaartje gekocht voor het ov. Die traditionele trams zijn heerlijk om een groot deel van de stad te zien. Ik ben via Uptown naar Canal St gereisd en vervolgens via het meer in het noorden weer terug naar het Franse Kwartier. Ik ben wel een keer over een muurtje geklommen om het meer te kunnen zien, en ik kwam uit op een strandje bij een universiteitsgebouw of onderzoeksinstituut. Waarschijnlijk niet helemaal legaal, dus ben maar niet al te lang gebleven. Maar omdat het toch een semi-publiek gebouw is en niet een echt privéterrein verwachtte ik verder geen grote problemen en heb nog een mooie aanloop naar zonsondergang over het meer kunnen aanschouwen. Vervolgens over een hek weer het parkje uitgeklommen, hier stonden wel wat dreigende borden over “trespassing” die ik bij het muurtje niet was tegengekomen. ‘s Avonds weer naar mijn favoriete Spotted Cat geweest, wat een geweldige club is dat toch.

Vandaag ben ik onderweg naar mijn vaders neef John Vandenberg in de buurt van Beaumont in Texas voor onbepaalde tijd. Hierna door naar studiegenootje Bastiaan in de buurt van Dallas die daar nu zijn PhD doet. Daarna ga ik verder door naar het westen.

Zoals je waarschijnlijk wel doorhad, had ik tot nu toe een songtekstenthema voor de titels van mijn berichten. Na het muzikale hoogtepunt in New Orleans ga ik nu in de aanloop naar L.A. over op een Hollywoodthema.