Die donderdagavond kwam ik aan bij mijn hostel, The Local NYC. Een nieuw hostel wat sinds februari geopend, vrij dicht bij Manhattan in Queens, in een oud industrieel pand. Modern ingericht en omdat het nog vrij nieuw is een erg fijn hostel. Wel jammer dat het inchecken vrij lang duurde vanwege problemen met de registratiesoftware.
Mijn plan was om zo veel mogelijk low-budget toerist in New York te spelen. En als je even wat zoekwerk doet, kom je er inderdaad achter dat er best wat gratis of goedkope dingen te doen zijn. Zo geldt er voor het Metropolitan Museum of Arts (the Met) enkel een adviesprijs en kun je er betalen wat je maar wilt. Maar aangezien ik hier aan het begin van mijn reis al uitgebreid was geweest en ik ook andere districten dan Manhattan wilde zien, is het daar uiteindelijk niet meer van gekomen.
Die vrijdagochtend heb ik de Metro 7 genomen, die dieper Queens in rijdt. Dit is namelijk een beroemde bovengrondse metro waarbij je onderweg dus naar buiten kan kijken. Bovendien kost het niets extra’s zolang je op een gegeven moment maar op een andere metro overstapt, wat ik dus deed.
Vervolgens ben ik uitgestapt langs de kade van Brooklyn ter hoogte van de Manhattan Bridge. Daarna doorgelopen richting de Brooklyn Bridge en daarmee ook overgestoken naar Manhattan. Aan de voet van de brug heb ik nog een Belgische wafel gekocht bij “Wafels & Dinges”, verleidt door de naam. De wafel was lekker maar vrij prijzig, wat ook niet gek is op zo’n toeristische plek zonder prijsvermelding. Vervolgens heb ik Manhattan een stuk doorkruisd via SoHo, NoHo en Chinatown.
Vrijdagavond tussen 4 en 8 waren er twee musea extra lang open en bovendien gratis: MoMA (Museum of Modern Arts) en MoMI (Museum of the Moving Image). Die eerste is een stuk bekender dan de tweede. Het was dan ook niet slim om om 4 uur bij het MoMA in Manhattan aan te komen, er stond een gigantische rij voor gratis kaartjes voor de deur; het Anne Frankhuis is er niet bij.
Dus besloot ik snel door te reizen richting Queens en het MoMI. Daar inderdaad geen wachtrijen, en in dit vrij recente strak vormgegeven gebouw was genoeg leuks te beleven. Behalve wat films die je kon kijken, waren er (met name voor kinderen bedoeld) een aantal opstellingen waarbij je zelf kon nasynchroniseren, een stop-motion filmpje kon maken, de soundtrack kan aanpassen of een flipboekje kon maken. Ik kon het natuurlijk niet laten om dit allemaal uit te proberen, en het was erg leuk. Verder was er een exhibitie over Chuck Jones, onder andere de bedenker van Bugs Bunny. Vroeger was ik redelijk fan van de Looney Tunes, dus ik kon me hier best vermaken. Daarnaast was het veel generieke uitleg over wat er allemaal komt kijken bij een film. Waarbij het meest interessant was om best wat originele filmattributen te zien. Onder andere van Star Wars, 2001: A Space Odyssey en Mrs. Doubtfire. Die laatste had ik nooit gezien, maar vanwege het overlijden van Robin Williams deze zomer wel extra bijzonder. Ze toonden onder andere de originele jurk en toonden een voorbeeld van de make-up en pruik. Dit was de tweede keer dat ik iets tegenkwam wat direct met Robin Williams te linken was, na het zien van zijn ster in Hollywood, toen hij overigens nog leefde. Al met al een museum dat zeker de moeite waard was, zeker gratis, maar ik hield wel een beetje het tempo erin, want ik wilde nog door naar MoMA. Overigens was de museumshop voor mij ook erg verleidelijk bij MoMI, met tal van leuke niche-boekjes over de filmbusiness.
Daar aangekomen was de rij opgelost en kon ik direct naar binnen. Een mooie collectie van moderne kunst, en vanwege tijdsgebrek heb ik met name de belangrijkste werken bekeken, waaronder de sterrenhemel van Van Gogh. Tegen sluitingstijd kwam ik nog terecht bij een fascineerde film Der Lauf der Dinge, over een “Rube Goldberg machine”, in dit geval een spannend maar vaak traag dominoeffect vol met natuurkundige en scheikundige reacties. Ten slotte was in het museum nog een kleine sectie ingericht over de huisstijl van de metro van New York, wat ik ook wel geinig vond.
Ik ben die avond teruggelopen over de Queensboro bridge, die over Roosevelt Island gaat. Met een mooie uitkijk richting het noorden over de rivierkades.
De volgende ochtend ging ik met mijn MoMA kaartje naar MoMA PS1, een zustermuseum van het grote MoMA. Met het MoMA-kaartje van die avond ervoor kreeg je gratis toegang binnen 14 dagen, en bovendien zat het vlakbij mijn hostel in Queens. Helaas was er die zaterdag een speciaal evenement gaande, dus ging het niet door. Zondag zou ik het museum een herkansing geven.
Dan maar door met de metro richting het Queens museum. De metrostop ligt tussen de arena van de Mets en de tennisarena’s in. In de tennisarena’s vond op dat moment de US Open plaats, en er waren dus ook veel mensen op zoek naar een kaartje. Helaas liet mijn low-budget insteek geen kaartje voor tennis toe, bovendien ben ik geen groot tennisenthousiast. Wel was het leuk de hele entourage van het evenement te zien. Hoofdsponsor van de US Open Heineken had in mijn metrostel alle advertenties geclaimd, en bij uitstappen pronkte ook een grote advertentie op een gebouw in de buurt: “be prepared for a pun using ‘serve'”. Het was wel komisch dat het Belgische Stella Artois, de grote concurrent van Heineken in Noord-Amerika op dit moment, het hele metrostation had laten volhangen met advertenties met woordgrappen. En zoals Heineken had gewaarschuwd, was de eerste meteen al een woordgrap over “serveren”.
Niet ver van de tennisvelden staat de Unisphere, een 12-verdiepingen hoge wereldbol die daar is neergezet voor de World Fair van ’64/’/65. Blijkbaar was in die tijd het futuristische heel hip, denk maar aan de Space Needle en monorail die ik in Seattle had gezien voor de World Fair van 1962, dat sfeertje was hier ook. Nog altijd is de Unisphere ‘s wereld grootste globe. Daarnaast was er ook nog een futuristische arena met gekke torentjes te vinden (Queens Theatre), maar die was aardig in verval geraakt met veel roest en vaal beton. Wat ik dan ook juist wel weer schitterend vindt.
In het Queensmuseum gelden adviesprijzen, dus ik betaalde een dollar. Er was onder andere een tentoonstelling over Andy Warhol, een tentoonstelling over de World Fair en een gigantisch panorama van New York City, gemaakt ten tijde van de World Fair en voor het laatst in 1992 bijgewerkt. Dus ja, onder andere de Twin Towers staan er gewoon nog. Al met al was het een prima museum, met ook nog wat bijzondere kunst van onbekende kunstenaars, waaronder de levenslijn van het ontstaan en het vergaan van landen en een bijzondere interpretatie van delen van de skyline van New York in een soort van hout.
Hierna ben ik doorgereisd naar het Fashion Institute of Technology. Die hadden een gratis tentoonstelling over lingerie in de loop der jaren. Geen supergeweldige tentoonstelling, en net zoals het BATA Shoe Museum van Toronto vrij serieus, maar het was gratis dus het was wel prima.
Verder nog even langs de Chelsea Market gelopen, want die had ik tijdens mijn eerste bezoek aan New York gemist maar de locatie stond nog als favoriet in mijn mobiel. Inderdaad een leuke plek, beetje hipster en vrij toeristisch, maar wel gaaf. Het is een bakstenengebouw met allerlei winkeltjes, met een beetje industriële/vervallen maar moderne look. Ik had het niet willen missen.
Vervolgens ben ik nog door Highline Park gelopen in de hoop dat ze het laatste stuk hadden afgebouwd in die drie maanden tijd, maar dat was niet het geval. Nog steeds een erg leuke plek, maar het nieuwe is er voor mij nu wel af.
De volgende dag ben ik weer naar het MoMA PS1 museum gegaan met mijn gratis kaartje. Deze keer kon ik wel gewoon naar binnen. Veel absurde moderne kunst. Niet alles was even interessant, maar het absurde sprak mij wel heel erg aan. Hoogtepunt vond ik zelf een redelijk grote ronde stellage die ronddraait, waarbij je dus feitelijk op het kunstwerk zelf rondloopt en het dus zelf kan ontdekken. Dat is inderdaad hoe ik kunst zie: je moet het kunnen aanraken, er mee interactie kunnen hebben, en zelf zo kunnen ontdekken. De kunst die je kon ontdekken was verder vrij absurd, maar het was vooral het sfeertje en het originele wat mij aansprak.
Verder waren er genoeg gekke ruimtes. Zo kon je de geest van iemand zien in een volledig donkere ruimte (?), was er een absurde video van twee ouwe mensen die op een rollator naar een raar optreden kijken op keyboard en vervolgens naar absurde scènes op een tv, absurde obscene kunst, en een tentoonstelling over een Duitse tv-maker/presentator die allerlei gekke projecten heeft gedaan. Het museum zelf was overigens ook vrij gek, met oud en nieuw gecombineerd en met ook permanente kunst als wandschilderingen. Op de buitenplaats worden in de zomer ook regelmatig evenementen georganiseerd zoals die dag ervoor. Een vrij bijzonder museum dus, in het geheel. Niet alledaags.
‘s Middags was er in hartje Manhattan op 6th Ave ter hoogte van Rockefeller Center een festival gaande ter viering van Brazilië’s national feestdag. Zo’n tien blokken waren afgesloten voor doorgaand verkeer en er was een muziekpodium met Braziliaanse en veel kraampjes met voedsel en spullen. De Brazilianen waren erg enthousiast en leken elk lied en elke artiest te kennen. Toen begon het te storten en donderen, wat in eerste instantie door het publiek blij ontvangen werd in de stadshitte van 30 graden Celsius. Maar al anel dropen veel mensen toch af, want het was dan wel warm, maar na zo’n flinke bui ook wel erg fris zonder regenspullen of droge kleding. Ik hield het nog wel een tijdje vol, maar probeerde wel telkens een plek te vinden om te schuilen onder een luifel. Tot drie keer toe brak de hemel open. Uiteindelijk probeerde ik te droge in een Engelse pub in de buurt, maar het was er vrij fris en ik was doorweekt. Ook mijn paspoort, dat ik altijd bij me droeg, had wat waterschade. Maar alles was nog altijd leesbaar, dus ik maakte me niet zo’n zorgen. In de pub nog even een laatste broodje hamburger gegeten, om de reis in stijl af te sluiten.
Daarna terug naar mijn hostel om mijn bagage op te halen en door naar de luchthaven. Bleek wel iets lastiger dan gedacht, in het weekend vinden er vaak werkzaamheden plaats aan de metro, en nu dus ook aan de voor mij belangrijke E-metro. Door de beveiliging gaan duurde ook wat lang, maar het kwam allemaal goed en ik kwam mooi op tijd aan bij mijn vliegtuig.
Ze waren een uur voor vertrek al begonnen met boarden van de Boeing 747 met één instapslurf. Het bleek niet helemaal vol te zitten, tussen mij en een Britse jongen was er bijvoorbeeld nog plek, wat dan ook wel weer prettig was. We vetrokken rond 11 uur ‘s avonds en zouden 12 uur lokale tijd op Schiphol aankomen, een vlucht van zo’n zes uur. Met alle maaltijden erbij en opstijgen en landen bleef er niet veel tijd over om te slapen. Bovendien wilde ik toch graag de film afkijken, the Wolf of Wall Street, overigens een matige film op een paar komische scènes na.
Zo kwam ik met slechts één uur slaap en een massive jet lag aan op Schiphol, waar ik werd opgehaald door mijn ouders met een “Welkom thuis” heliumballon. Drie maanden reizen waren voorbij en het zou wel weer even wennen zijn om terug te zijn. Bovendien op zoek naar een baan, een appartement en… ach.
Ik heb tal van (goede?) voornemens verzameld tijdens mijn reis. De meest concrete zijn:
– Lifters oppikken als ik lifters zie, ik een auto bestuur en nog plek heb
– Couchsurfers hosten, sowieso iedereen die mij gehost heeft een slaapplek bieden. Daarnaast ook onbekende couchsurfers hosten zodra ik een eigen appartement heb.
Laat ik eindigen met het bericht zoals ik dat op Facebook heb geplaatst, in het Engels:
After 90 days of traveling in North America, I’m back in the Netherlands. Thanks to all Couchsurfing hosts for hosting me! I hope to see (and host) all of you some time in Holland and have some quaffable drinks! It was my first time couchsurfing and it was a lot of fun, a very exquisite experience indeed! I’d definitely recommend couchsurfing to all you travelers out there, it is a million times better than just doing the typical touristy stuff, especially when traveling low-budget and/or solo.
Furthermore thanks to family and friends for their hospitality as well and showing me around in Texas and British Columbia. It was awesome! Proud to be family or friends!
Finally, thanks to all strangers who have become friends. You people rock and I hope we’ll stay in touch.